zaterdag 16 juni 2012

Waagstuk



Voetganger. Mooi oud woord eigenlijk, net als wandelaar Maar hoe je ze ook noemt,  ze hebben het moeilijk tijdens de bouw van de spoortunnel.  Soms lijkt het wel of zij vergeten worden bij de, vaak tijdelijke, reconstructie van de voetpaden. De verkeersdeskundigen houden zich  primair met het autoverkeer bezig. De fietsers komen meestal op het tweede plan. De voetganger is als zwakste weggebruiker het laatst aan de beurt. Veel ruimte blijft er zo niet voor hem over.

Maar wie niet sterk is moet slim zijn. Fietsers zijn daarin kampioenen. Die pakken gewoon de kortste weg, afzetting of niet.  In het laatste nummer van Solutie (Periodiek orgaan van de Fietserbond afdeling Delft, nr. 19) wordt  het systeem van de “Beheerste chaos” uit de doeken gedaan.  Dat komt op het volgende neer: hoe onoverzichtelijker de verkeerssituatie, hoe verstandiger de weggebruiker. Als borden niet meer helpen en de lijnen verwarrend zijn, dan mindert de automobilist zijn snelheid en kijkt zelf goed uit. Uit alle hoeken en gaten kan dan een fietser of voetganger opduiken. Niemand is uit op onvrijwillig contact, want dat betekent pijn, ruzie of schade.

Toch blijft in die situaties de voetganger kwetsbaar. Een zebrapad net om de bocht , een fietsenstalling die uitkomt op het voetpad naar het station. Een oudere springt niet zo makkelijk weg. Voor hem mag die chaos wel wat minder.  Ooit wordt de spoorzone een wandelparadijs.  Die oudere denkt: zou ik het nog meemaken?

guwie



geplaatst 16 juni 2012

vrijdag 1 juni 2012

Dieventaal


Wie zo’n halve eeuw geleden psychologie ging studeren werd niet alleen geconfronteerd met Engelse, Franse  en Duitse studieboeken. Er lag ook een heel nieuw jargon voor je klaar.  Een belangrijk woord was “frustratie”. Er waren wel zeven “afweermechanismen” om je daartegen te wapenen. “Frustratie” was destijds een vakterm, nu kent iedereen het woord.  Elk vak zijn jargon.  Soms worden termen daaruit onderdeel van het algemeen spraakgebruik.

Een aardig voorbeeld is het woord “maaiveld”. Natuurlijk afkomstig uit de agrarische sector.  Nu ook onderdeel van het bouwjargon. Wie kent het niet, al was het maar uit de zegswijze waarmee je gewaarschuwd wordt je hoofd niet boven het maaiveld uit te steken.

Onze tunnelbouwers en hun communicatie-experts hebben ook zo hun dieventaal. Wat te denken van het tramaansluitingsweekend, de tunnelkisten, de bovenleidingmontagewagen, of de vlindermachine? Stuk voor stuk juweeltjes.  Net als  het bouwmeesteroverleg en de bereikbaarheidsregisseur. En dan het nachtgat, de onderwaterwerken en het beeldkwaliteitsplan. Wie weet er nog meer? Kent u het PHS al?  Dat is het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer. Hoort bij spoorboekloos rijden en dat kan alleen als het hele traject 4-sporig is.

Verhelderend is ook de uitsmijter bij een verhaal over een werkonderdeel waarvan de duur slecht bleek in  te schatten: “De eindtijd is afhankelijk van de voortgang”.  Ja, inderdaad. Gewoon optimaliseren van de netwerkplanningimplementatie. Raad maar eens wat ze dan aan het doen zijn.

guwie




geplaatst 1 juni 2012