zaterdag 15 december 2012

Watvindtu?


Een zaal vol belangstellenden en belanghebbenden. Stakeholders worden ze genoemd. Volgens SpoorzoneDelft zijn het: de vakjury, een klankbordgroep, marktpartijen en de bevolking.  Allen zingen hun partituur in het spoorzonelied.  Maar wij kennen er nog meer:  stedenbouwkundigen, woningbouwcorporaties, aannemers, studenten van TU en HBO, kunstenaars.

flat langs Engelse straat met uitzicht op spoortunnel
De bevolking was uitgenodigd om op 27 november in Theater De Veste te komen luisteren en kijken naar de presentatie van drie stedenbouwkundige plannen. Vijfhonderd gratis stoelen. Ze waren snel uitverkocht.  Hoe is het mogelijk. We weten inmiddels dat er een zeker enthousiasme bij de omwonenden bestaat. Maar vijfhonderd plaatsen?  Dat komt natuurlijk omdat het begrip “bevolking” nogal diffuus is. Zo bleek het antwoord op de vraag: Wie van u in de zaal is zelf stedenbouwkundige?  te kunnen rekenen op een kleine derde van alle aanwezigen. De categorie “bevolking”  bestond uit een mooie vertegenwoordiging van alle hierboven aangeduide stakeholders.

Op een uitgereikt kartonnetje staat dat onze meningen worden verzameld op www.spoorzonedelft.nl/watvindtu  Ga je gang. Begin volgend jaar worden de resultaten hiervan bekend gemaakt.  Zou het overigens niet een idee zijn bij de omwonenden van het hele tracé een brief in de bus te stoppen om zo hun mening te vragen?  Dan krijg je net iets beter de mening van “de bevolking” op tafel. De stedenbouwkundigen die Delft rijk is en al die andere stakeholders weten hun weg wel te vinden.  De bewoners van bv. de Engelse straat hebben vast eigen ideeën over de plannen. Maar “de bevolking” reageert meestal nogal selectief. Dat zien we bij een referendum ook.  Zo’n specifieke groep als de omwonenden vraagt om een speciale benadering. Moet toch wat waard zijn om een compleet beeld te krijgen hoe de bevolking denkt over de plannen. Want daar doe je het toch voor?


guwie




geplaatst 15 december 2012

zaterdag 1 december 2012

Competitie


Jaren geleden begon het met Idols en daarna heeft het succesvolle tv-programma vele opvolgers gekregen.  Sterren dansen op het ijs, de Bijbelquiz of  Op zoek naar Evita. Wie zingt of danst het mooist? Wie heeft de meeste Bijbelkennis in huis? De bekendmaking van de winnaar van de Libris literatuurprijs is rechtstreeks te zien op de buis.  Allemaal wedstrijdjes wie de beste, de snelste of  de slimste is. Je kunt er prijzen mee winnen en soms zelfs het grote geld.

En de winnaar is: Molen De Roos 
Zonder competitie lijkt alles veel saaier.  Het is zo inspirerend en het daagt uit. We doen ons uiterste best om de ander te verslaan. Het is de wereld van de topprestatie, van  spanning en sensatie. Ook de spoortunnelwerken ontkomen er niet aan. Onlangs is de ondertunneling van molen De Roos uitgekozen tot “Funderingsproject 2012”. En dat terwijl pas later zal blijken of dit huzarenstukje gelukt is.  Want op 12 december wordt de molen weer neergelaten op het dak van de tunnel.

Een leek zou het niet zomaar bedenken, maar de Funderingsdag is een tweejaarlijks evenement waar dit jaar zo’n driehonderd mensen aan deelnamen. Die kozen uit drie genomineerde projecten molen De Roos als winnaar.

In ons Delfts tunnelproject zitten vast nog wel een paar hoogste, langste of andere uitdagende onderdelen.  En dan hebben we het alleen nog maar over de techniek.  Denk ook eens aan de niet aflatende belangstelling van de bevolking: het boeiendste, het minste klachtengenererende, het zichtbaarste of meest  gewaagde project midden in een oude stad. Bij de oplevering van de tunnel moet er maar eens een prijs uitgeloofd worden voor deze geduldige, belangstellende bevolking. Een recent onderzoek van Spoorzonedelft onder de Delftse bevolking bevestigt dat ze begrip hebben voor de hinder. De inwoners die een jaar of tien heel wat rommel, lawaai, trillingen en omleidingen ondergaan.  Nu al een applaus waard!

guwie 




geplaatst 1 december 2012

woensdag 14 november 2012

Meetzuil


De meetzuil is het harde bewijs dat
molen De Roos een meter hoger staat
De rood en wit geverfde banen zijn om en om op de zuil aangebracht. De zwarte cijfers zijn, hier en daar wat slordig, met een mal geverfd. Van beneden naar boven loopt het op in stappen van 5 cm. van 0 tot 1 meter. De decimalen op het wit, de vijftallen daartussen  op het rood. De getallen boven de 65 zijn onzichtbaar achter de blauwe manchet die om de zuil valt. De fluorescerende groene pijl markeert het hoogste punt. 


Het woord “meetzuil” is niet terug te vinden in de Nederlandse woordenlijst of de Dikke Van Dale. Daarmee is niet gezegd dat het een fout woord is. Integendeel. Het is een bewijs dat de Nederlandse taal een levende taal is waar de spoortunnel een nieuw woord aan toevoegt. De samentrekking van twee bestaande woorden levert het eigentijdse meetzuil op.

De meetzuil is speciaal voor de gelegenheid gemaakt om het opvijzelen van de molen te kunnen volgen. Nu is goed zichtbaar dat de molen op een betonnen plaat is gezet. Tijdelijk staat hij een meter hoger om daaronder het dak en de wanden van de tunnel te kunnen maken. Waar elders een molen in de weg stond is die afgebroken en in het beste geval kilometers verderop weer opgebouwd. Maar niet hier. In december wordt Molen De Roos op het tunneldak neergelaten. Een chique oplossing. Het doet de historie geen geweld aan en het levert een verrijking op van de Nederlandse taal. De meetzuil houden we er in, al was het alleen maar om de molen straks weer te zien zakken.


guwie



geplaatst 14 november 2012

vrijdag 2 november 2012

Eendracht


Het is een ingewikkelde klus. Ondergronds bouw je een nieuwe spoortunnel. Compleet met een mooie stationshal met daaronder de perrons. Daar bovenop moet het glanzende stadhuis komen. Er naast een ondergrondse fietsenstalling voor 5000 fietsen die ook nog eens zo innovatief mogelijk moet zijn ingericht. Op het straatniveau is de opgave weer anders. Welke sfeer wil je daar hebben? Waar komen de wegen, looproutes en fietspaden? Wat maakt een gebied levendig? Komen er ook winkels, culturele instellingen en ontmoetingsplekken? En waar in het gebied moet dit alles komen?  Ga er maar aan staan.

Dit is een klus waar veel bedrijven bij worden ingeschakeld. De Combinatie Crommelijn bouwt de tunnel. De bovenbouw en afbouw onder de grond doet Strukton. En voor het stadhuis is BAM als aannemer gekozen. Dan zijn er nog de tientallen kleinere bedrijven die een deel van het werk voor hun rekening nemen. Dat vraagt om eendracht. Eendracht? Ja, dat is het oude, Hollandse woord voor samenwerking. Wordt ook wel eensgezindheid genoemd. Zinnen die vroeger gemeengoed waren: “In grote eendracht werd Nederland na de Tweede Wereldoorlog weer opgebouwd”. Zo moet het ook met de spoorzone.

In een relatief kleine ruimte in het hart van Spoorzone Delft moet nauw samengewerkt worden tussen de verschillende aannemers. Letterlijk moeten de verbindingen tussen de verschillende verdiepingen worden aangebracht in de vorm van trappen en liften. Nooduitgangen, vluchtroutes en rookschermen moeten zorgen voor de veiligheid van de reiziger. Samenwerking is dus noodzaak. Een van de aannemers heeft als bedrijfsnaam Eendracht. Goed gekozen dus en het beste symbool dat de spoorzone zich kan wensen.


guwie

geplaatst 2 november 2012

woensdag 17 oktober 2012

Goed nieuws


Deze zomer bouwvakvakantie. In de bochten piept de tram nauwelijks meer. Geen studenten, wat toeristen op een grote-mensenstep. Het is stil, stil stil.  Wonen we wel in een stad van 100.000 inwoners midden in de Randstad-metropool? Saaie boel hier. De treinen op het viaduct zoeven langs, er is alleen herrie van een enkele Maasvlakte-Hoogovenstrein.  Toch vertrekken er van station Delft 20 treinen per uur, 10 naar Den Haag en 10 naar Rotterdam. Wat een service. Het spoorboekloos treinen is hier al werkelijkheid.

Een ronkende promo van de NS om de mensen hierop te wijzen is ons niet opgevallen. Zo angstig zijn ze in Utrecht kennelijk voor een volgend pak sneeuw of blaadjes op de rails. Maar NS , vertel ons ook het goede nieuws. Iedere drie minuten naar Den Haag of Rotterdam. Dat is niet minder dan een metrofrequentie.  We wonen dus toch in een metropool.

De positieve nieuwtjes komen nu alleen van de aannemerscombinatie die de spoortunnel aanlegt.  Heeft NS geen communicatiestaf die het goede nieuws brengt? Of komt die alleen maar in actie als het treinverkeer hopeloos in de war is? Goed nieuws is kennelijk geen nieuws.


Er is genoeg interessants te vertellen. Kort na de oorlog sprak NS directeur Posthumus Meyjes zondags in een radiopraatje zelf het volk toe over de vorderingen van het bedrijf:  "De Spoorwegen spreken”.  Een en al trots op wat verricht werd. Toegegeven, er ging toen ook wel eens iets mis op het spoor. Komt wel bij dat “het volk” veeleisender is geworden. Communicatie is nu heel belangrijk en niet alleen om een ander vertrekspoor tijdig door te geven.  Maar behalve dat:  breng vaker uit eigen beweging het goede nieuws. Het is er.


guwie





geplaatst 17 oktober 2012

maandag 1 oktober 2012

Gootjes



Onveilig, ondoordacht, onhandig. Dat zijn de kwalificaties, nadat de Abtswoudse tunnel sinds kort weer is opengesteld voor fietsers en voetgangers. De Delftse publieke opinie maakte er direct gehakt van. Die korte steile trap. Voor rollators, rolstoelgebruikers en mensen met kinderwagens een onneembare hindernis. Die fietsgootjes die aanvankelijk te dicht tegen de trapleuning waren geplaatst en te kort waren. Broddelwerk, zo was in de lokale pers te lezen. Maar kan het ook anders?

De vier fietsgootjes zijn van een aandoenlijke eenvoud. Een simpele aluminium goot met opstaande randen aan beide zijkanten. Vastgeschroefd op de betonnen trap en inmiddels helemaal doorlopend tot op de tunnelvloer voldoen ze nu. Het is allemaal tijdelijk, ter overbrugging van het spoor. Vergelijk ze met de betonnen fietsgoten op het Delftse station. Die liggen pal naast de leuning van de trappen die naar de perrons voeren. Praktisch onneembaar als je met je fiets de trein in wil. Tenzij je je fiets op de schouder neemt.

Dat is bij de Abtswoudse tunnel niet nodig. Maar steil blijft het wel en dat is een moeilijk op te lossen probleem. Je kunt de bouwers verwijten dat in Delft Kennisstad een weinig innovatieve oplossing is bedacht. Zeker.  Een traplift, een vlakke hellingbaan met een ruime aanloop was ook mogelijk geweest. Met een veelvoud aan kosten. De huidige uitvoering is bruikbaar, maar niet voor iedereen geschikt. Wel voor verreweg de meesten van die duizenden studenten die dagelijks per fiets naar het TU-gebied gaan. De omrijroutes via Irenetunnel en Kruithuisweg blijven gewoon bestaan. En mocht je twijfel hebben: beneden voor de trap staat het bord “verboden te fietsen” . Daar word je als fietser voor even voetganger. Met de fiets in het gootje naar boven. Omrijden kost heel wat meer tijd.


guwie 




geplaatst 1 oktober 2012



maandag 17 september 2012

Vrouwenwerk?


Vooral oudere mannen staan langs het spoorzonetracé de boel te bekijken. De vraag is dan of de aanleg van de tunnel ook boeiend is voor jongeren en vrouwen? Welnu, jongeren zitten op school of zijn aan het werk. Duidelijk. Geen tijd voor geslenter langs de bouw. Oudere vrouwen zie je ook nauwelijks. Dat is de generatie die nog puur huisvrouw was of in de zachte sector werkte. Techniek was niets voor meisjes.

 In Nederland werkten tot voor kort relatief weinig vrouwen buitenshuis en al helemaal niet in de technische sector. Dat moet veranderen, zo is de bedoeling. Het merendeel van de vrouwen heeft nu een baan buiten de deur, vaak overigens in deeltijd.  Maar Nederland blijft behoorlijk achter met het aantal meiden dat voor een technische opleiding kiest. Allerlei campagnes ten spijt.

Je vraagt je af of zo’n boeiend werk midden in de stad niet  precies die aantrekkingskracht heeft waar geen campagne tegenop kan.  Wie zien we in de bouwput? Eigenlijk alleen maar mannen. Zij doen hun precisiewerk vanuit een cabine. Vuil wordt je er in ieder geval niet echt van. En sterk hoef je ook niet meer te zijn. Waar zitten dan die schaarse vrouwen? In de bouwkeet of op het kantoor aan de Barbarrasteeg.  Ze bereiden het werk voor, zitten in de logistiek of " bemannen"  het communicatiecentrum.  We zien ze niet, maar ze zijn er wel.

Het boekje  van Bies van Ede “Het spook van de Spoorzone” is bedoeld om jongeren (dus ook de meiden) enthousiast te maken voor een technisch vak, bijvoorbeeld dat van installatietechnicus. “Met mijn collega’s zorg ik voor de verlichting, de vluchtdeuren en de tunnelventilatie” , aldus een van de vrouwelijke technici. “ De treinstilstanddetectie, brandblussers en camera’s nemen we ook voor onze rekening.” Als het helpt zien we straks ook gepensioneerde vrouwen gefascineerd kijken naar de bouw. Voor de aanleg van de spoortunnel zijn ze te laat. De treinen rijden dan al tientallen jaren onder de grond.

guwie



geplaatst 17 september 2012

zaterdag 1 september 2012

Op rolletjes


Maak een stadsmoestuin boven op de spoortunnel, zolang die nog niet bebouwd kan worden. Het gebied ligt te centraal en is te aantrekkelijk om er niets mee te doen. Het is natuurlijk maar tijdelijk, want ooit……

De stadsmoestuin is een van de plannen van de actie  “Gebruik de lege ruimte”. Dat is de leus waarmee we opgeroepen worden ideeën in te leveren om de ruimte in de spoorzone tijdelijk anders te gebruiken.  Er zijn al voorbeelden van een stadsmoestuin,  onder andere in Rotterdam. Daar zijn nogal wat lege terreinen en veldjes . Op zeker 14 locaties bloeit daar de stadslandbouw: goedkoop eten voor de buurt, meer samenhang tussen de mensen, korte aanvoerlijnen van het voedsel. In Wageningen hebben ze er zelfs een hoogleraar voor.

Wie kent niet het kassengebied in het Westland? De ‘glazen stad’ die steeds glimmender en hoger wordt.  Ooit was Delft de veiling voor het Westland. Dus waarom niet een kas op het dak van de tunnel? Er is een hoop kennis voor in de buurt.  Een dergelijk plan is al ingediend.  Nu moet die kas verplaatst kunnen worden, zodat hij straks niet in de weg staat.  Dat kan.  Zet hem op wielen en laat hem over een rail verkassen. In de tuinbouw zijn er al mobiele kassen in gebruik. Zoiets moet ook hier kunnen. Een bedrijf op rolletjes. Tegenwoordig is de glastuinbouw nauwelijks meer grondgebonden. Misschien is DSM te interesseren om zo’n project te ondersteunen. Onze oude Gist gaat immers steeds meer op de gezondheidstoer. 

guwie



geplaatst 1 september 2012

vrijdag 17 augustus 2012

Mooi strak


Eindeloos gladde wanden zo ver je kan kijken. Met parallel daaraan lage muurtjes die vaak nog niet klaar zijn. Het ijzeren vlechtwerk dat stevigheid aan de betonnen muurtjes moet geven staat er nog open en bloot bij. In de tunnelbuis aan de Engelsestraat voel je je klein, net alsof je door een bouwpakket loopt. Vlak voor de zuidelijke tunnelmond stuit je op de enorme rode bekisting waarmee de betonnen tunnelbuis meter voor meter wordt gebouwd. De stalen bouwtrap brengt je van de bodem van de tunnel op 10 meter diepte weer in de blauwe lucht.

 Het werken in de spoorzone verplaatst zich steeds meer ondergronds. Op het maaiveld verandert er nu niet zo veel meer. Het is ook minder spannend. Wat gesloopt moest worden is weg. De lege bovengrondse ruimte wacht op de toekomst. En die is nogal ongewis. Huizen, kantoren of voorlopig gewoon stadstuintjes? Onder de grond is er volop activiteit. We grepen onlangs de kans om daar een kijkje te nemen net voordat dit tunneldeel in ruwbouw gereed kwam.

Je kunt veel te weten komen van de rondleiders die gretig als vraagbaak worden gebruikt. Duizend palen dragen de tunnel aan de Engelsestraat. De halve Eiffeltoren aan ijzer is nodig  om de betonnen wanden voldoende stevig te maken. Aan cijfers geen gebrek. Die lage muurtjes  beschermen de tunnelwanden als er een ongeluk met de treinen gebeurt. Tegelijk zijn het de looppaden waarmee je in geval van nood naar de andere tunnelbuis kunt vluchten.

Maar vooral het wandelen door die langgerekte ruimte met zijn mooie strakke wanden is overweldigend. Heel anders dan de ondergrondse ruimte voor het station. Daar sta je op het fietsendek nog in de open lucht. Of in de toekomstige stationshal die oogt als het middenschip van een kathedraal. Ook mooi, maar nu nog met ongepolijste wanden.. 

guwie



geplaatst 17 augustus 2012

woensdag 1 augustus 2012

Veilig



Bedient Spoorzone Delft zich van het Portugees om ons te vertellen dat er zich nog geen enkel ongeluk bij de bouw heeft voorgedaan? “Zero acidentes”, zo lezen we op het hek. Op zich natuurlijk een vreugdevolle mededeling.  Met daaronder de pictogrammen die aangeven wat er allemaal verplicht is om veilig te werken.  Helmen, veiligheidsschoenen en gehoorbescherming bij meer dan 80 decibel kabaal.  Produceer je  fijn stof dan is een stofmasker nodig. Ga je boren, slijpen of hakken, zet dan  een veiligheidsbril op.  En de gele reflecterende werkkleding draag je altijd.

Voor een groot deel berust dat op Europese regelgeving. Hinderlijk misschien, maar zeer nuttig.  In Nederland kennen we de Arbo-wet (Arbeidsomstandighedenwet).  Dat is het juridische verhaal.  Daar is  voor de normale gebruiker een populaire versie van gemaakt. Tik maar eens in: www.werkveilig.nu  Voor de bouw is daar sprake van ene Sjaak.  Dat is geen stoere bouwbink die superveilig aan de gang is.  De “ Sjaak”  is een campagne die helpt om veiligheid beter en makkelijker bespreekbaar te maken.   

Dan de Portugezen. Die hebben op 21 augustus hun Diado Zero Acidente. Hun dag van de nul ongelukken. Dat is tenminste maar te hopen. Met onze spoortunnelwerken hebben we nog een flink aantal jaren te gaan.  Wie weet kunnen we de stand op 0 houden. Niet alleen voor de Portugese werkers, maar voor allemaal.  Des te feestelijker wordt de opening straks.

guwie






geplaatst 1 augustus 2012


maandag 16 juli 2012

Vraagtekens


"Wanneer gaan ze de molen nou opvijzelen? Dat is een vraag die sinds de verplaatsing van de waltoren voortdurend gesteld werd. Inmiddels staat Molen De Roos een meter hoger .  Andere vraag: Waar blijven straks al die auto’s als het viaduct wordt afgebroken en die parkeergarage nog niet klaar is?"

Als bewoner aan het tunneltracé ben je de vraagbaak voor je gasten en passanten. De makkelijkste vraag is: worden jullie niet gek van al dat gedoe voor je deur? Antwoord: nee, eigenlijk niet. Gevolgd door “ je went eraan”, of  “het is wel een mooi werk”, of  “uiteindelijk is het een verbetering”. Maar kon je je gasten nu maar eens informeren over al die vragen die ze stellen. Meestal moet je het antwoord schuldig blijven. Je bent er niet door laconiek te zeggen dat ze het in het communicatiecentrum in de Barbarasteeg wel zullen weten.  Daar heb je op vrijdagavond of  zondag niet zoveel aan. En je gasten van buiten Delft zijn er al helemaal niet mee geholpen.

Natuurlijk  zou je zelf ook graag meer willen weten. Maar helaas. Als het volgende week ergens gaat trillen of er lawaai gemaakt gaat worden dan krijgen we een paar dagen daarvoor een nette brief. Maar hoe het op de middellange termijn er uit gaat zien blijft een vraagteken. Weet SpoorzoneDelft het zelf ook niet meer? De plannen veranderen nogal de laatste tijd. Of zijn ze gewoon bang om concreet te zijn? Stel je voor dat het straks toch anders wordt. Of erger nog: dat het allemaal veel later klaar is.

Kom op SpoorzoneDelft. Geef op jullie website eens een kijkje in wat straks komen gaat. Leuk te weten dat er in 2015  treinen door de oostelijke tunnelbuis zullen rijden. Maar over een langdurig en groot project is tussentijds meer te vertellen. Bewoners en hun gasten willen dat graag weten, eventueel met een paar slagen om de arm.

guwie





geplaatst 16 juli 2012

zaterdag 16 juni 2012

Waagstuk



Voetganger. Mooi oud woord eigenlijk, net als wandelaar Maar hoe je ze ook noemt,  ze hebben het moeilijk tijdens de bouw van de spoortunnel.  Soms lijkt het wel of zij vergeten worden bij de, vaak tijdelijke, reconstructie van de voetpaden. De verkeersdeskundigen houden zich  primair met het autoverkeer bezig. De fietsers komen meestal op het tweede plan. De voetganger is als zwakste weggebruiker het laatst aan de beurt. Veel ruimte blijft er zo niet voor hem over.

Maar wie niet sterk is moet slim zijn. Fietsers zijn daarin kampioenen. Die pakken gewoon de kortste weg, afzetting of niet.  In het laatste nummer van Solutie (Periodiek orgaan van de Fietserbond afdeling Delft, nr. 19) wordt  het systeem van de “Beheerste chaos” uit de doeken gedaan.  Dat komt op het volgende neer: hoe onoverzichtelijker de verkeerssituatie, hoe verstandiger de weggebruiker. Als borden niet meer helpen en de lijnen verwarrend zijn, dan mindert de automobilist zijn snelheid en kijkt zelf goed uit. Uit alle hoeken en gaten kan dan een fietser of voetganger opduiken. Niemand is uit op onvrijwillig contact, want dat betekent pijn, ruzie of schade.

Toch blijft in die situaties de voetganger kwetsbaar. Een zebrapad net om de bocht , een fietsenstalling die uitkomt op het voetpad naar het station. Een oudere springt niet zo makkelijk weg. Voor hem mag die chaos wel wat minder.  Ooit wordt de spoorzone een wandelparadijs.  Die oudere denkt: zou ik het nog meemaken?

guwie



geplaatst 16 juni 2012

vrijdag 1 juni 2012

Dieventaal


Wie zo’n halve eeuw geleden psychologie ging studeren werd niet alleen geconfronteerd met Engelse, Franse  en Duitse studieboeken. Er lag ook een heel nieuw jargon voor je klaar.  Een belangrijk woord was “frustratie”. Er waren wel zeven “afweermechanismen” om je daartegen te wapenen. “Frustratie” was destijds een vakterm, nu kent iedereen het woord.  Elk vak zijn jargon.  Soms worden termen daaruit onderdeel van het algemeen spraakgebruik.

Een aardig voorbeeld is het woord “maaiveld”. Natuurlijk afkomstig uit de agrarische sector.  Nu ook onderdeel van het bouwjargon. Wie kent het niet, al was het maar uit de zegswijze waarmee je gewaarschuwd wordt je hoofd niet boven het maaiveld uit te steken.

Onze tunnelbouwers en hun communicatie-experts hebben ook zo hun dieventaal. Wat te denken van het tramaansluitingsweekend, de tunnelkisten, de bovenleidingmontagewagen, of de vlindermachine? Stuk voor stuk juweeltjes.  Net als  het bouwmeesteroverleg en de bereikbaarheidsregisseur. En dan het nachtgat, de onderwaterwerken en het beeldkwaliteitsplan. Wie weet er nog meer? Kent u het PHS al?  Dat is het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer. Hoort bij spoorboekloos rijden en dat kan alleen als het hele traject 4-sporig is.

Verhelderend is ook de uitsmijter bij een verhaal over een werkonderdeel waarvan de duur slecht bleek in  te schatten: “De eindtijd is afhankelijk van de voortgang”.  Ja, inderdaad. Gewoon optimaliseren van de netwerkplanningimplementatie. Raad maar eens wat ze dan aan het doen zijn.

guwie




geplaatst 1 juni 2012

dinsdag 15 mei 2012

Iconen




’s Morgens snel je fiets gestald, want de trein staat al op het perron. Rennen, en net voor de deuren dichtklappen spring je de trein in. Herkenbaar. Bij terugkomst eind van de dag de vraag: waar heb ik mijn fiets neergezet? De nieuwe fietsenstalling voor het station staat tjokvol. Fietsen in en buiten de rekken. Chaos. Vind daarin je fiets maar eens terug.

Dat probleem zag Spoorzone Delft ook en ze hebben er iets op bedacht. Geen nummers of letters bij elke fietsenrek, maar herkenbare symbolen. Zo weet je beter waar je fiets staat. Niks nieuws, want bij parkeergarages wordt het ook wel toegepast. Maar hier worden er Delftse symbolen voor gebruikt en dat is wel voor het eerst. Iedere toegang is voorzien van een paneel met een typisch Delfts symbool. Om wat te noemen: de stormvaste Senz-paraplu, de Nuna, de wagen op zonne-energie. Of de Robo Swift, het kleine vliegtuigje met beweegbare vleugels. Symbolen die horen bij het innovatieve Delft. Als student wil je bij die panelen toch graag je fiets stallen. Als daar tenminste nog plek is.

Ontwerpbureau De Grafische Kamer heeft er werk van gemaakt. Er zijn niet alleen symbolen uit de studentenwereld gebruikt, maar ook iconen die iedere Delftenaar kent. De Oostpoort, Molen De Roos, het oude en het nieuwe station naast elkaar. Maar werkt het ook? Waarschijnlijk wel. In de beeldcultuur van vandaag onthoud je het paneel met de kerktoren beter dan de combinatie B6. Het idee is straks ook gemakkelijk toe te passen bij de stalling voor 5000 fietsen die onder het nieuwe stationsplein komt. Het blijft anders lang zoeken in zo’n grote stalling. Proefdraaien dus, nu nog bovengronds. En onder de grond hebben we nog veel meer panelen nodig. Het spoorwegviaduct als  nieuw icoon uit een vervlogen tijd. Alleen de herinnering blijft.

guwie




geplaatst 15 mei 2012

dinsdag 1 mei 2012

Feestverlichting


De tunnelbouwers kunnen het niet laten. Soms wordt er een heel weekend doorgewerkt, ook ’s nachts. Bijvoorbeeld als de trambaan weer eens verlegd moet worden. Is het overdag al boeiend wat er allemaal te zien is, bij donker is het echt feest. De normale straatverlichting is dan veruit onvoldoende. Daarom worden er lichtmasten bijgeplaatst. De verschillende werkauto’s en kranen hebben meerdere koplampen.  Hoogtepunt is  het vuurwerk van de lassers. De gele en oranje hesjes van de werkers zien er extra feestelijk uit.

De bouwvakkers werken in ploegendienst, maar voor de toeschouwer zijn  het steeds dezelfde werklui die bezig zijn. In werkkleding lijken ze sprekend op elkaar.
Vergis je echter niet.  Vaak zijn mannen uit verschillende Europese regio’s met elkaar aan het werk. Vanuit de Balkan, België, Polen (ja, ook die), maar ook Duitsers die met hun busjes Schienentechnik GmbH de bouwplaats opluisteren. En iedereen is voortdurend bezig. Geen gelanterfanter. Wie daar de wind eronder houdt is ons een raadsel. Er klinken geen commando’s. Kennelijk is alles afgesproken werk. Het loopt op rolletjes zo te zien.

Worden er dan helemaal geen fouten gemaakt? Waarschijnlijk wel, maar dat merken we meestal niet. Een proeftram rijdt midden in de nacht van zondag op maandag over de nieuwe rails op het dak van de tunnel. Eerst stapvoets en als dat goed gaat een beetje sneller.  Maandagochtend in alle vroegte kan de dienstregeling weer hervat worden alsof er niets is gebeurd. De meesten van ons slapen dan nog lekker. Niets gemerkt van de werkzaamheden. De feestverlichting is dan al weer uit.

guwie



geplaatst 1 mei 2012

maandag 16 april 2012

De hoogte in


Een 35-meter hoge ‘torenkraan’ siert sinds kort het oude Stationsplein op. Vreemd. Ga je een tunnel graven, zet je een reusachtige kraan neer. En straks komen er nog twee kleinere kranen bij.  Die torenkraan is nodig om met zijn draaicirkel van 75 meter allerlei materiaal op moeilijk bereikbare bouwplekken af te leveren.  Maar heb je  daarvoor zo’n hoge kraan nodig?  Natuurlijk, hij mag de andere kranen niet raken. Dus enig hoogteverschil is wel nodig. Maar zo hoog?  Dat valt op.  De aanduiding “torenkraan”  is goed gekozen. Het komt vermoedelijk van “torenflat”.  En met zijn hoogte van 35 meter is hij te vergelijken met  zo’n 10-verdiepingen hoog woongebouw.  Niet te missen.

De Duitsers onderscheiden Hochbau en Tiefbau. Onze spoortunnel valt in die tweede categorie. Vandaar dat je toch even opkijkt , zodra het de hoogte in gaat.  Bij de noordelijke tunnelingang op het voormalige Bacinolterrein ook zoiets.  Daar stond een stellage die makkelijk 6 meter boven het maaiveld uitstak.  Waarom zo’n uitkijkpost?

Laat niemand denken dat een tunnel graven alleen een ondergrondse bezigheid is.  Veel groot materieel steekt ruim boven het huidige viaduct uit. Nu heeft dat viaduct wel korte pootjes. Menig vrachtauto reed zich eronder vast.  Ooit is overwogen om bovenop dat viaduct een tweede te bouwen. Zo kun je ook vier sporen maken. In China en Dubai draaien ze daar hun hand niet voor om. Maar hier gaan we ondergronds, al suggereert zo’n torenkraan iets anders. Straks is er  niets meer om je over te verbazen. Saai hoor.

guwie





geplaatst 16 april 2012

maandag 2 april 2012

Dichter langs het spoor


“ Een put. Normaal verdiep ik mij.” De gehaaste reiziger die probeert zijn trein te halen laat zich niet afleiden door zo’n tekst. Hij heeft er geen oog voor net als het groepje vriendinnen dat druk met elkaar in gesprek is. De reiziger met meer tijd leest wel de dichtregels die de nieuwe onderdoorgang naar het station sieren. Het betonnen tunneltje is artistiek opgefleurd, niet alleen met blauwe verf, maar ook met gedichten die goed zichtbaar op de wanden zijn aangebracht. “Stop met zeuren. Hij komt wel”  is een andere tekst die op de wand is aangebracht.

Leerlingen van Delftse scholen lieten zich inspireren door de wereld van zandhopen, hijskranen en omleidingen. Ze vertaalden de wanorde in pakkende teksten die je gerust een gedicht mag noemen. De beste hiervan komen terug bij de nieuwe entree van het station. Andere gedichten hangen als poster achter de ramen van gebouwen en huizen langs de spoorzone. Dat levert een “Spoor van Gedichten” door Delft. Een goed initiatief van de Werkplaats Spoorzone Delft samen met de Vrije Akademie.

Dichter en spoor komen zo bij elkaar. Lezen en treinreizen zijn al veel langer onafscheidelijk. Lekker onderuitgezakt en verdiept in de nieuwe Saskia Noort schiet het landschap ongemerkt aan je voorbij. Het jaarlijkse Boekenweekgeschenk is zelfs je treinkaartje voor het weekend. Ideetje:  Bundel alle gedichten in een mooi boekje en stel het gratis beschikbaar aan de Delftse jongeren.  Overtuig de NS dat voor een keer de   dichtbundel je vervoerbewijs mag zijn. Inchecken hoeft niet.


guwie



geplaatst 2 april 2012

zaterdag 17 maart 2012

Water


Er is even sprake van geweest. Na voltooiing van de tunnel zou er een nieuw Sportfondsenbad komen op het Bacinolterrein. Samen met een moderne sporthal. Maar dat  gaat niet door. Er is te weinig ruimte voor. Straks is daar niet alleen de in- en uitgang van de tunnel, maar er moet ook gemalen worden.  Geen meel, maar water. Altijd zal er (regen)water in de tunnel lopen. Maakt niet uit hoe dik je  de tunnelwanden, bodem en dak maakt. Op het Bacinolterrein is nu al een gemaal gebouwd om de tunnel droog te houden.  Samen met de plek van het nieuwe sta-tion en de zuidelijke tunnelmond, is de noordingang op het Bacinolterrein een van de drie diepste punten van de tunnel. Daarom geen zwembad, maar een gemaal.

Tunnels bouwen in een delta is een kunststuk op zich. Verderop in Europa kan je goed door bergen boren, maar hier zitten we al gauw onder NAP en dat betekent malen. En dan maken we ook nog een gracht bovenop de tunnel. Voor het aardige gezicht? Of omdat er vroeger ook een singelgracht liep?  Nee, niet voor de luxe. Het is gewoon nodig. Het Hoogheemraadschap van Delfland grijpt alle mogelijkheden aan om het water te bergen.

Straks krijgen we er nog een probleem bij met water. Als het viaduct wordt afgebroken, moe-ten de peilers uit de grond getrokken worden.  En dan krijg je opeens gaten in de kleilaag die nu het water daaronder zo mooi tegenhoudt.  Delft als kenniscentrum van watertechniek, denk aan de TU en Unesco-IHE, heeft de kennis in huis om dit soort problemen tot uitdagingen om te vormen. En zo niet dan krijgen we alsnog een zwembad, maar dan in de tunnel.

guwie





geplaatst 17 maart 2012

vrijdag 2 maart 2012

Ruimte zat


Pluk van de Petteflet is de inspiratiebron. Adopteer een kavel in de lege ruimte van de spoorzone en richt dat in naar eigen smaak. Maak een mooie beeldentuin en nodig je buren en vrienden uit voor je expositie. Een groentetuin mag ook of gewoon een grasveldje. Niets is te gek. Alles bij elkaar ontstaat zo een mozaïek van allerlei tuintjes die bij elkaar een mooi park vormen. Tijdelijk, want ooit komen er huizen of kantoren op, maar dat kan nog even duren.

“Maak je eigen park” is maar een van de ruim 40 ideeën die onlangs zijn gepresenteerd voor het tijdelijk gebruik van beschikbare kavels in het spoorzonegebied. Initiatiefnemer is de Werkplaats Spoorzone Delft die deskundige en creatieve mensen oproept met inspirerende tijdelijke invullingen te komen. Lege ruimte is er meer dan genoeg. En creatieve ideeën ook, zo blijkt bij een eerste schouw van de plannen. 


Sommige plannen zijn goed in te passen in de permanente gebiedsontwikkeling. Zoals de Stadskas of de Hoteltrein. Die trein houdt de link met het ondergrondse spoor levend. Een restauratiewagon en een slaapwagen zet je voor het huidige station. 

Werkplaats Spoorzone Delft werkt de plannen verder uit. Gemeente en Spoorzone Delft beslissen welke projecten worden uitgevoerd. Guwie weet nu al wat ze graag ziet komen. De mega Delfts blauwe berg uit Occupy Delft Now. Een berg van stro en leem als symbool van nieuw elan en een andere weg. Kun je de bouwput goed overzien. Nog beter is de Blauwe Toren van zo’n dertig gestapelde zeecontainers. Zoiets als de Humboldtbox in Berlijn op de plek waar het Stadsslot opnieuw wordt opgebouwd. Maar dan in Delfts blauw en een stuk ranker. De ruimten zijn te verhuren aan ondernemers. Het is landmark en informatiepunt tegelijk: Hier gebeurt het! 

guwie




geplaatst 2 maart 2012

donderdag 16 februari 2012

Zingen maar


U kent dat wel. Een collega heeft een nieuwe baan en op zijn afscheidsbijeenkomst wordt hij toegezongen. Enkele creatieve medewerkers hebben op een bekende melodie een toepasselijke tekst gemaakt. Iedereen zingt mee. Maar wist u dat ook de spoorzone inmiddels bezongen is. Onlangs was er de première van het spoorzonelied dat speciaal voor de Spoorzonekerken is geschreven door dichter Arnoud van Adrichem en componist Gregor Bak. 
Een paar tekstregels van het spirituele lied gaan zo:

“Bij het station en in de Phoenixstraat, veel werkzaamheden en troep.
Delft ligt bezaaid met kabels, stenen, pompen, hekken langs de stoep.”

Met het lied willen de initiatiefnemers, zoals ze zelf zeggen, gezamenlijk een spoor van bezinning door onze veranderende stad trekken naar de toekomst toe. Een verheven doelstelling die verder reikt dan het gangbare afscheidslied voor de vertrekkende collega. Voor zover bekend is niet eerder het slopen van gebouwen, het graven van een tunnel  of het ijzervlechten van een bijpassende liedtekst en compositie voorzien.

En daar blijft het niet bij. De aanleg van de treintunnel in Delft roept  meer spirituele creativiteit op. De samenwerkende kerken houden zo nu en dan een kerkdienst waar een leek de preekstoel beklimt. Eind vorig jaar was dat Projectdirecteur Peter Gossink die vanaf de kansel sprak over zijn passie voor bouwen. Het gebeurt niet dagelijks dat de grote technische opgave  die de spoortunnel is van zoveel bezieling wordt voorzien. Een goed initiatief.
Nu al weet ik wat ons nog te doen staat: maak een tweede lied, een feestlied, dat bij de opening van de tunnel  wordt gezongen door een groot volkskoor uit Delft. Geen spirituele doelstelling, maar gewoon om de herrie, de overlast en het ongerief van je af te zingen.


guwie





geplaatst 16 februari 2012

donderdag 2 februari 2012

Overdrijven



Een mistige zondag in  november. Het is oorverdovend stil langs het spoor. Dat weekend was er een zogenoemde ‘buitendienststelling’ van het treinverkeer van en naar Delft.  Op het voormalige Gistterrein moesten damplanken de grond in gedrukt worden, vlak naast de spoordijk.  Bovendien konden er dan enkele verbeteringen aan het bestaande spoor  aangebracht worden. Dat spoor moet nog drie jaar mee. Geen treinen dus in Delft. Maar er reden ook geen trams. De HTM staakte die dag. Wat een rust, nog versterkt door de mist die als een zware deken over de stad lag. Zo stil krijgen we het nooit meer, zelfs niet als het treinverkeer straks ondergronds gaat.

SpoorzoneDelft had ons gewaarschuwd. Niet voor de stilte, maar voor een hels lawaai vanwege het intrillen van de damplanken. Al het materieel zou worden ingezet. Buurtbewoners kregen een brief en waren uitgenodigd een week daarvoor op excursie te komen, zodat het allemaal nog eens goed uitgelegd kon worden.

Zaterdag voor de stille zondag ging het er inderdaad lekker van langs. Van ’s ochtends vroeg tot in de kleine uurtjes.  Maar toen was het ook over. Zondags niets meer gehoord. De klus was kennelijk zonder te veel tegenslag geklaard. Des te beter.

Had “Voorlichting” van SpoorzoneDelft niet een beetje overdreven?  Hhumm…. Je kunt maar beter de mensen in alle vriendelijkheid de stuipen op het lijf jagen. Valt het tegen, dan hadden ze het toch tevoren gezegd. Valt het mee, des te dankbaarder is de buurt.  Ook tramlijn 1 is veel eerder weer door de Irenetunnel gaan rijden dan aanvankelijk voorspeld. Straks rijden er opeens toch in 2014 al treinen door de oostelijke tunnelbuis.
Het leed overdrijven kan heel functioneel zijn.

guwie





geplaatst 2 februari 2012

maandag 16 januari 2012

Bloemetje van Koos



Koos de Roos zegt het met bloemen. Onder het treinviaduct verdient hij er zijn boterham mee. Een betere plek voor zijn bloemenkiosk is er niet. Op het kruis-punt van de Schoolstraat, de Laan van Overvest en de Spoorsingel. Aan de tramhalte. Fietsers scheren er tussen de emmers met bloemen door. Koos heeft het zelf wel eens zijn “drive-through winkel genoemd. Het is weliswaar een hoop lawaai daar, maar ook een boel bedrijvigheid. Tot zover alles fijn.

Dat viaduct gaat op termijn tegen de vlakte. Als in 2014 de treinen door de tunnel-buis razen wordt het betonnen monster gesloopt.  Nu is het nog maar net 2012 dus Koos hoeft zich niet te haasten. Zou je denken. SpoorzoneDelft kijkt echter vooruit. Zo heeft Koos al een stevige discussie : Waar naar toe met zijn bloemenwinkel? En wanneer?

Zo’n superplek geef je niet makkelijk op. Op zijn schoolbord lezen we: “Wij zijn er nog, xxx, Koos”.  Guwie is buurtgenoot, maar de buurt wordt niets gevraagd.  Houd een buurt-referendum en de uitslag zal duidelijk zijn. Een overweldigende meerderheid zal scanderen  “Koos moet blijven!” Op de kop van de Schoolstraat bijvoorbeeld, bij de tramhalte, de entree naar de stad.

Want de familie in Koos’ stal is niet alleen bloemenverkoper.  Zij kennen de halve buurt en horen veel verhalen.  En tussen de verkoop van een bos rode tulpen door vraagt mevrouw De Roos  “en hoe gaat het nou met je man?”  Daarom moet Koos  blijven! En liefst op een plek vlak bij de oude. SpoorzoneDelft, doe je best, ook hiervoor.

guwie




geplaatst 16 januari 2012

dinsdag 3 januari 2012

IJzersterk


Ongelofelijk hoeveel ijzer er nodig is om zo’n tunnel te bouwen. Kijk bijvoorbeeld eens hoe dicht die gevlochten wapening is. Dat is nodig om het tunneldak de vereiste stevigheid te geven. Want straks rijden gewoon de trams, de bussen en het autoverkeer er overheen.

IJzer is al zo’n 5000 jaar geleden ontdekt.  Het werd gebruikt als speerpunt en als versiering. Zeg ijzer en veel mensen denken onmiddellijk aan Popeye, de tekenfilmheld van vroeger.  Hij was sterk en lenig. Ieder mens heeft dagelijks zo’n 15 mg. ijzer nodig.  Krijg je dat niet via je voeding binnen dan wordt je slap en futloos. Met de spoortunnel is het niet anders. IJzer is er voor de stevigheid.

Hoeveel ijzer is nu nodig voor de tunnel? Ga maar na. Een kleine drie kilometer lang, straks twee tunnelbuizen.  Het dak, de vloer, de tussenwanden, de diepwanden met de ‘wapeningskorven’ die in het beton verdwenen.  Het is nauwelijks in kilo’s uit te drukken. Rekenaars hebben becijferd dat er zes maal het ijzergewicht van de Eiffeltoren mee gemoeid is.

IJzer is een goed recyclebaar product.  Het brengt een paar dubbeltjes per kilo op en je kunt het met een elektromagneet makkelijk uit het afval halen.  In een hoogoven wordt het omgesmolten waarna het product een nieuw leven begint. Toch raakt het op, want eenmaal als wapening in het beton, is het voor tientallen jaren verdwenen. Hoe lang gaat zo’n treintunnel eigenlijk mee?


guwie





geplaatst 2 januari 2012